Er zit een rare chicane in de carrière van Mark Bezemer. Het wegracetalent uit Twello werd afgelopen seizoen Nederlands kampioen in de 250cc, maar moet zich dit jaar verder ontplooien in de 125cc. Een stapje terug eigenlijk. Maandag tijdens de Paasraces in Assen maakt de kampioen zijn debuut in de lagere klasse.
Bezemer moest wat, nadat de KNMV besloot de 250cc op te heffen. ,,Er vragen meer mensen aan me of het geen degradatie is. Misschien lijkt dat zo, maar voor mij was het de mogelijkheid om te blijven racen.” De 19-jarige Twellonaar probeerde een plekje te vinden in de Supersport 600. Dat bleek een te dure aangelegenheid.
“Daarvoor moest ik een nieuwe machine kopen. En om die motor te kopen en raceklaar te maken ben je wel 15.000 euro kwijt. Dat geld kan ik nooit bij elkaar krijgen.”
Zijn keus werd nog eens eenvoudiger toen Assenaar Henk Jager hem een 125cc motor aanbood. ,,Een mooi aanbod”, knikt Bezemer. ,,Vorige maand heb ik er in Spanje mee getraind. Met de 250cc haalde ik 260 kilometer per uur, met deze machine reed ik 207. Dat moet nog iets harder kunnen. Hij is duidelijk iets lichter, maar komt wel goed uit de bochten.”
Met zijn vaste monteur Frits Hillebrandt, ooit ook steun en toeverlaat van andere Twellose coureurs als Appelo en Romein, werd het scheurijzer afgestemd. Een nuttige week, ook al ging Bezemer twee keer onderuit. Hij belandde op het circuit van Valencia eerst in de grindbak met een vastloper en maakte een flinke smak. ,,Ik kwam op mijn achterhoofd terecht en brak mijn helm.”
Later werd hij op hetzelfde circuit van achteren geschept door een Deen op een 1000cc motor. ,,Ook geen fijne ervaring.” In de lichtste wegraceklasse strijdt Bezemer tegen oude tegenstanders. ,,Veel jongens ken ik uit de Junior Cup. Michael van de Mark werd daar afgelopen jaar kampioen en tegen hem streed ik ook bij de Junior Cup. Michael is een vriend van mij. Hij hoopt ook nog eens de stap richting de GP’s te maken.”
Ooit wil ook hij zich laten gelden op ’s werelds grootste circuits. ,,Via het Duits en Spaans kampioenschap de Grand Prix rijden is de manier. Maar een jaar GP’s rijden kan wel 150.000 euro kosten. Veel geld.” Wil zijn talent ooit tot wasdom komen, dan dient een vermogend sponsor hem te steunen. ,,Soms is het frustrerend dat in deze sport zoveel van geld afhangt.”